T1 Campers
Al direct in 1950 bleek de Bus ook bijzonder geschikt om mee op vakantie te gaan. Vooral de Combi, die met een enkele bank achterin ruim plaats had voor een heel gezin plus bagage. Maar omdat niets volmaakt is, kon het niet lang duren voordat er extra opties en uiteindelijk compleet ingerichte camperconversies werden aangeboden. Daarbij liep, zoals gebruikelijk bij speciale uitvoeringen, Volkswagen zelf niet voorop. Het (om)bouwen van kampeerauto's is een specialisme dat autofabrikanten graag aan derden overlaten.
In de loop der jaren zijn er heel wat aanbieders van VW campers geweest, maar één was verreweg de grootste: Westfalia. Dit Duitse bedrijf had zo'n enorme voorsprong omdat het nauw samenwerkte met Volkswagen. Westfalia campers konden via het VW dealernetwerk worden verkocht, en het bedrijf had doorgaans eerder dan anderen inzage in de ontwikkelingen bij VW. Pas in 2003, nadat Westfalia in handen van concurrent Daimler was geraakt, ging Volkswagen min of meer noodgedwongen zelf campers bouwen. Het is nog steeds de enige grote autofabrikant die zich daaraan gewaagd heeft.
We zullen ons hier vooral met Westfalia conversies en de door VW zelf gebouwde campers bezighouden. Deo volente zullen we later nog wat wetenswaardigheden over andere leveranciers van VW kampeerwagens toevoegen.
1951/1955 -De Campingbox
Westfalia was van oudsher fabrikant van aanhangers en aanhangerkoppelingen. Na de oorlog ging men ook caravans produceren en vanaf 1951 werd er incidenteel wel eens een busje tot camper omgebouwd. Bekend werd het Westfalia busje waarmee het echtpaar Blenck in 1953 door zuidelijk Afrika toerde, een toch waarover ze een jaar later een boek publiceerden. De markt voor zo'n luxe product was echter in Europa bijzonder klein. Interessanter was daarom de de zgn. Campingbox die vanaf 1951 door Westfalia werd aangeboden.
De box was een kast die dwars achter de voorbank van de bus geplaatst kon worden. De kast bevatte een kampeerkeuken plus de nodige bedframes en matrassen voor een driepersoons bed. Overdag kon er een L-vormige zithoek met een tafeltje van gevormd worden, maar de box was ook buiten de bus als picknick tafel te gebruiken, of thuis in de logeerkamer. De keuken bestond uit een benzine- of gaskomfoor en twee laden voor kookgerei. Het boxprogramma omvatte verder een bad-scheermeubel dat aan de achterste klapdeur moest worden gehangen, een bed voor twee kinderen in de bestuurderscabine en een grote legkast die achter in de wagen paste, boven de motor. Verder waren er kleinere accessoires, zoals bekertjes, een wasteiltje etc., alles nu zeer gewild bij verzamelaars.
Het wassen en scheren moest buiten gebeuren, en ook het koken ging eigenlijk beter buiten dan binnen. In een latere versie van de box kreeg het kooktoestel daarom een plaats in deuropening. Maar nat hoefde je er niet bij te worden, want de accommodatie kon worden uitgebreid met een Westfalia luifel en/of voortent. Er was ook een kleine tent die als portaal voor de klapdeuren opgesteld kon worden, of naast de luifel als sanitaire ruimte. Het sterke punt van de campingbox was dat alle onderdelen uitneembaar waren, zodat de bus na de vakantie weer voor zijn gewone werk kon worden ingezet. Deze parttime camper was daarom, voor wie toch al een bus had, goedkoper dan een caravan.
De kampeerbox maakte van een bus bijna een camper. Maar er bleven een paar tekortkomingen, waarvan die rond de klimaatbeheersing waarschijnlijk de ernstigste waren. De Bus had weinig ventilatiemogelijkheden en de wagenwand was niet geïsoleerd. Hitte, kou en condensvorming waren het gevolg. Met een portaaltentje konden de deuren open blijven, wat de wagen een stuk leefbaarder maakte. Een andere optie was een dakluik. Maar dat was een permanente ingreep, en een die vakkundig moest worden uitgevoerd omdat de ribben van het dak in de weg zaten. Wie dat wilde kon het dakluik bij Westfalia zelf laten plaatsen. Dat was natuurlijk geen optie voor de Amerikaanse klanten, maar die konden vanaf 1955 ook een complete Westfalia bus bestellen.
Rond het midden van de jaren '50 kwam de uitvoer van de VW Bus naar Noord-Amerika op gang, en voor de Campingbox was de VS al snel de grootste markt. Goedkoop was de kampeervoorziening niet, de bed/bank was in 1955 geprijsd op $ 220, de complete set, inclusief imperiaal, op $ 525. Ter vergelijking, de Comi zelf koste destijds $ 2100. In datzelfde jaar konden de Amerikanen echter ook kiezen voor de Campingbox Export. Een verwarrende naam, want de multifunctionele box ontbrak, het ging in feite om een complete kampeerbus met uitneembaar meubilair. De wagen was al in de fabriek voorzien van een dakluik en een houten betimmering, en tegen meerprijs ook geïsoleerd. Een kookvoorziening ontbrak op dit model, maar wie wil kan het beschouwen als de eerste seriematig geproduceerde Westfalia camper.
1955/1961 - De 20-serie, SO23
In 1955 komt de nieuwe versie van de bus (T1b) op de markt en wordt de exportbox vervangen door de Campingbox DeLuxe. Met de nieuwe laadklep had de grote kast achter in de wagen niet veel zin meer, in plaats daarvan kwam er een hangkast met spiegel tegen de zijwand, direct achter de klapdeur, plus twee wandkasten achterin. Maar ook de rest van de inrichting was aangepakt. In de breedte van de bus waren nu twee bankjes met een tafeltje opgesteld, om te bouwen tot een tweepersoons bed. In de deuropening bevond zich een keukenblokje met een kooktoestel op propaangas. Uiteraard was er weer een dakluik, maar echt DeLuxe was vooral de nogal lompe gaskoelkast.
Alle onderdelen bleven ook los leverbaar, een programma dat vanaf 1960 de naam Mosaik droeg en vooral gericht was op zelfbouwers (hoewel het meubilair in principe nog steeds demontabel was). Mosaik kreeg de levercode SO22 (SO staat voor SOnderausführung, in het Engels wordt er wel Special Order van gemaakt, maar het ging om catalogusmodellen). De kant-en-klare camper werd geleverd als SO23, vanaf 1962 SO33. De woonruimte van de SO23/33 was geïsoleerd, betimmerd met gefineerd multiplex en gestoffeerd met het Westfalia ruitje. Hanglampjes zorgden voor een sfeervolle verlichting, gevoed door een eigen accu. Uit de oorspronkelijke box kwam het bad-scheermeubel aan de deur. Op de accessoirelijst treffen we inmiddels ook een zinken wc-emmer met hardhouten zitting aan.
1962/1964 - De 30-serie, SO34
In het modeljaar 1962 zette de SO33 de bestaande lijn voort. Daarnaast kwam Westfalia met een interessant experiment. De SO34/35 (verschillend in de kleur van de betimmering) had een in de lengte geplaatste zit/slaapbank. Verder kon de rugleuning van de voorbank worden omgeklapt (de flipseat, wat ook de typeaanduiding is geworden), waarna de voorbank deel uitmaakte van een grote zithoek. Uiteraard was daarvoor de scheidingswand tussen cabine en woonruimte weggenomen, wat de ruimte in de camper effectief vergrootte.
In de cabine was plaats voor een kinderhangmat, een tweede kind kon daaronder op de voorbank slapen. De spiegelkast en het bad-scheermeubel waren gehandhaafd. Gekookt werd er binnen of buiten, op een draaiplateau boven de motorruimte. Merkwaardig was het losse klapstoeltje dat meegeleverd werd als extra zitplaats in de rijrichting. Een laatste unicum was de grote wandkast met minibar linksachter in de wagen. Over de minibar wordt met weemoed gesproken, maar een succes lijkt het model toch niet, het verdween in ieder geval al snel weer uit het programma.
Ook interessant was de optie SO36, een groot markiesdak met polyester schaal. Het werd door Westfalia ingebouwd onder licentie van de Britse camperbouwer Dormobile. Het dak scharnierde aan de zijkant, in principe de bestuurderskant. Met het Dormobile dak kreeg de bus stahoogte, plus twee extra slaapplaatsen op berries. Voor volwassenen misschien wat krap, maar zeker geschikt voor kinderen. Ten opzichte van het Westfalia luik had het klapdak bovendien het voordeel dat het bij regen open kon blijven, al mogen we ons afvragen hoe stormvast deze enorme constructie was.
De SO36 lijkt ook niet veel verkocht te zijn. Dat kan iets te maken hebben met de prijs, want de flipseat was niet goedkoop en het Dormobile dak was dat ook niet. Het kleine hefdak van Westfalia zelf, dat vanaf 1965 op de 40-serie geleverd werd, zien we veel vaker op oude T1 campers. Bij deze oldies komen we overigens ook zelden het canvas oproldak van de Microbus tegen, en evenmin het verhoogde T1 dak dat sinds 1961 leverbaar was.
1965/1967 - De 40-serie, SO42 en SO44
De komst van de T1c met zijn grote achterraam en 1500 cc motor was voor Westfalia aanleiding om twee nieuwe ontwerpen op de markt te brengen, de vooral in de VS klassiek geworden SO42 en de SO44. Deze twee indelingen zouden tot de komst van de Berlin in 1977 de norm blijven voor de Westfalia modellen.
De populaire SO42 volgt weer de opzet van de SO23/33. Er is een keukenblokje in de deuropening, de gebruikelijke spiegelkast tegen de wand achter de entree en er zijn twee dwars geplaatste tweezitsbanken. Maar de achterste bank is nu een zgn. Z-bank. Deze kan worden uitgetrokken waarna zitting en rugleuning samen met een matras op het motorhuis een tweepersoonsbed vormen. Van de beide wandkasten boven de motor is er nog één over.
De middelste bank (tegen de rijrichting) is gehandhaafd op modellen die voorin ook een bank hebben. Bij de inmiddels verkrijgbare uitvoering met twee losse stoelen in de cabine vinden we achter de chauffeur een enkele stoel tegen de rijrichting. De doorgang tussen cabine en woonruimte kostte twee zitplaatsen, maar maakte op een kampeerwagen de effectieve leefruimte groter. En met behulp van een opvulstuk in de doorgang kon van de overgebleven stoel 's nachts toch nog een kinderbed gemaakt worden. Een hangmat in de cabine vormde een tweede kinderslaapplaats.
Het keukenblokje had plaats voor een (passieve) koelkast en een 27 liter watertank met een pompkraantje. Erg handig bij het koken waren de twee klaptafeltjes in de deuropening. Aan de achterste deur hing nog steeds het bekende bad-scheermeubel. Nieuw op de SO42 was een plafondkast achter in de wagen. Verder werden er nu louvreramen geleverd voor een betere ventilatie bij slecht weer. Nog belangrijker was de derde grote vernieuwing (naast het Z-bed en de doorgang) op de SO42, het Westfalia hefdak. Een klein dak zonder slaapruimte, maar het was betaalbaar en zorgde voor ventilatie en stahoogte.
Een alternatief voor de SO42 was de SO44, een indeling die deed denken aan de oorspronkelijke campingbox. Een grote kast met ruime keukenfaciliteiten was direct tegen de voorbank geplaatst, de hangkast vinden we achter de bestuurdersstoel. Omdat de spiegelkast naast de entree is vervallen heeft dit model een brede driepersoons Z-bank. 's Nachts om te bouwen tot een kingsize bed. Daarnaast was er een korte bank in de lengterichting opgesteld, zodat deze versie over heuse zithoek beschikte.
* | Overzicht - van verschillende T1 camperconversies in TheSamba |
* | Dropgates SO22/23 - campingbox pagina op Dropgates |
* | SO23 - over de oudste Westfalia cataloguscamper |
* | SO42 - over de meest populaire Westfalia T1 camper |
* | Camper Interior - interieuropnames van Westfalia's en andere campers |
* | Westfalia - bedrijfsgeschiedenis |